En de naam is Wolf

9200000101809681

Wat maakt de vrouw? Ik vroeg het schrijvers als Basje Boer, Merel Bem, Naema Tahir en Nelleke Noordervliet. Hun antwoord is Wolf, een collectie van essays over wat het betekent om vrouw te zijn in de 21e eeuw.

Mijn boekenpagina begint steeds meer op een feministisch manifest te lijken, schreef ik maanden geleden in Vogue. Niet omdat ik dat wil, maar omdat er opvallend veel boeken van vrouwelijke schrijvers verschijnen, die ook nog eens opvallend goed zijn. Essaybundels met name. Schrijvers als Rebecca Solnit, Roxane Gay, Sloane Crosley en Zadie Smith hebben het genre nieuw leven ingeblazen met intelligente, witty analyses van de wereld in het algemeen en die van vrouwen in het bijzonder. Hun boeken liggen stapels hoog opgetast in de betere boekhandels in New York en daarbuiten. Want de wereld heeft behoefte aan duiding, en die van vrouwen in het bijzonder.

In Nederland is dat niet anders. Alleen liggen hier de essaybundels hier niet tot aan het plafond in de boekhandel.

Zouden we niet, mailde ik een tijd terug naar uitgeverij Atlas Contact, een fonds op kunnen richten dat zich uitsluitend richt op essaybundels over de vrouwenzaak? Een feministisch fonds, zogezegd, dat vrouwen een stem geeft in een debat dat hard aan verdieping toe is. Want het feministisch debat is springlevend, daarover bestaat geen twijfel. Je kunt geen krant openslaan of er staat wel een stuk in over vrouwen in het patriarchaat, of dat nu Hollywood is of het Witte Huis of de Maastrichtse toneelschool of de Zuidas. Je hoeft de televisie maar aan te zetten, of je ziet een millennial bij Matthijs van Nieuwkerk aan tafel zitten die nog even de grens duidt tussen flirten en verkrachting. En daar vinden we vervolgens allemaal wat van op Twitter en Facebook, zoals we ook allemaal wat vinden van Weinstein, van pussygrabbers, van intersectioneel feminisme, van de gender gap en het feministische gehalte van Beyoncé. Maar hoe constructief is dat? De wereld is van al die meningen alleen maar verdeelder geworden, als je het mij vraagt. En dat lijkt mij precies het tegenovergestelde van een gelijke samenleving.

Na pakweg een eeuw feminisme zijn in ons land nagenoeg alle politieke en economische wetten veranderd die de positie van vrouwen hebben verbeterd. En toch zijn er nog verschillen. Toch werken er nog maar bar weinig vrouwen aan de top. Toch worden er nog heel veel meisjes en vrouwen verkracht, aangerand, vernederd, onderdrukt, óók in een welvarend land als het onze. Toch noemen vrouwen zichzelf nog ‘werkende moeders’ en mannen zichzelf hooguit ‘zorgende vaders’. Toch zijn vrouwen een slet als ze veel seks hebben en mannen een player. Toch moeten vrouwen hun competentie driedubbel zo hard bewijzen als een man wanneer ze solliciteren op een leidinggevende functie. Toch zijn vrouwen een bitch als ze boos worden, terwijl mannen ‘doortastend’ worden genoemd. Toch beschikken vrouwen nog altijd niet in dezelfde mate over autonomie als mannen, of het nu gaat om uiterlijk, om financiën, of om ingrijpende beslissingen als abortus. Toch kunnen we dus nog altijd niet zeggen – althans niet in letterlijke zin – dat we klaar zijn met die emancipatie. Zeker niet in Nederland, dat is gekelderd naar een armoedige plaats 32 op de wereldranglijst van gendergelijkheid.

We hebben, kortom, meer nodig dan meningen. Want meningen reiken niet verder dan goed of slecht. Dat zijn niet alleen zeer betrekkelijke begrippen, ze lossen ook niets op. Wat we nodig hebben zijn denkers, mensen die verder kijken dan die meningen. In Amerika en Engeland hebben ze die al. Ze heten Rebecca Solnit. Zadie Smith. Roxane Gay. Sloane Crosley. Wij hebben ze misschien ook, alleen kennen we ze nog niet in die mate. Want Nederland is niet dol op essays. Dat zeggen althans de cijfers, en de uitgevers. En toch zijn essays volgens mij precies wat we nodig hebben – ook hier. En niet af en toe in de krant of de Groene, nee, stapels hoog in de boekhandel. Want essays vormen het genre bij uitstek om te analyseren welke oorzaken ten grondslag liggen aan de hardnekkige verschillen, aan de percepties, aan de patronen. En dus om het debat naar een hoger niveau te tillen, voorbij emoties als boosheid en verontwaardiging, naar analyse en – dat vooral – compassie. Compassie voor mannen, voor vrouwen, voor de strijd die we gezamenlijk voeren. Feminisme is niet een strijd tegen mannen, het is een strijd tegen ongelijkheid.

Enfin, essays dus.

Goed idee, mailde uitgeverij Atlas Contact me terug.  Doen we.

We beginnen met een samengestelde bundel rondom de vraag: wat maakt de vrouw? Onder anderen Basje Boer, Nelleke Noordervliet, Anna Luyten, Bo van Houwelingen, Emy Koopman, Naema Tahir en Merel Bem hebben hun slimme licht hierover laten schijnen. Ik heb een inleiding geschreven. En we noemden het: Wolf. Naar Virginia Woolf, natuurlijk. Maar ook naar het dier. Wolven zijn intelligente, sterke dieren, en ook vriendelijk en vredelievend – in weerwil van de publieke perceptie. Wolven zullen nooit aanvallen wanneer het niet hoeft, alleen als het moet. Ze staan symbool voor vrijheid, voor een wilde geest, voor ongerepte natuur. Dat is waar deze bundel ook voor zal staan: voor vrijheid en autonomie, voor vrouwen én voor mannen.

Wolf ligt nu in de winkel en is verkrijgbaar bij bol.com.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s