#metoo

Er zijn zo veel herinneringen, sommige slechts flarden, andere zo scherp als een brandmerk. Ik weet niet waar te beginnen.

Er was die keer dat een man mij achtervolgde op straat, ’s avonds toen ik naar huis liep, omdat hij wilde dat ik hem pijpte. Voor vijfentwintig gulden? Dertig? Hij hijgde sneller dan ik kon lopen.

Er was die jongen die mijn hoofd naar beneden duwde om zijn pik in mijn mond te duwen. Toen ik kokhalzend wilde stoppen, duwde hij me terug.

Er waren die jongens die me op straat na riepen en me hoer noemden toen ik niets terugzei. Wat is een hoer, vroeg mijn dochter achter op de fiets, en: waarom zei je geen hallo tegen die jongens, mama?

Er was die dikke man in het chique restaurant die bulderend lachte toen ik vroeg of hij nog melk in zijn koffie wilde. Alleen als het uit jouw tieten komt, zei hij en hij wees op mijn borsten die waren verpakt in het strakke T-shirt dat het bedrijfsuniform was – voor vrouwen. Voor mannen was het een overhemd. De hele tafel lachte mee, vrouwen incluis. Toen ik met rode wangen naar de keuken stormde om mijn baas te vertellen dat ik die tafel niet meer bediende, stuurde hij me terug. Die man is een goed betalende klant, dat moest ik niet vergeten.

Er was die stokoude buurman die op de bank lag en zijn hand in mijn slipje stak. Kom naast me liggen, hijgde hij. Ik was zeven en deed braaf wat van me werd gevraagd.

Er was die stokoude buurman die in de gang van zijn piepkleine huisje een bevende, natte tong in mijn mond duwde, voor de muur met foto’s van zijn overleden vrouw.

Er was die fotograaf met wie ik mijn eerste journalistieke opdracht maakte: een reportage in een oldtimer. Jouw hand op die versnellingspook maakt me geil, zei hij toen hij nog geen vijf minuten naast me zat. En: ik zou je hoteldeur vanavond maar op slot doen.

Er was die man in de duinen die grijnzend zijn trainingsbroek omlaag trok.

Er was die jongen in Parijs die boos werd toen ik hem niet wilde kussen na een date. Hij pakte mijn hoofd met twee handen vast en duwde zijn tong tussen mijn lippen.

Er was die jongen in het café die de rits van mijn jurk opentrok en met zijn vrienden hard moest lachen toen ik me omdraaide en hem een klap gaf.

Er was mijn baas, die zijn hand op mijn bil legde en erin kneep.

Er waren al die keren dat ik ’s avonds over straat liep en mijn huissleutel tussen mijn vingers geklemd hield, zoals mijn gymlerares mij vroeger heeft geleerd bij een cursus zelfverdediging.

Er waren al die keren dat ik ’s nachts wakker werd van een geluid en me niet meer durfde te verroeren.

En dan waren er al die keren die ik me niet goed kan herinneren, omdat ze te groot waren voor een meisje om op te slaan in haar geheugen. Ik weet dat ze er zijn, sommige zijn flarden, andere zo indringend dat ze er jarenlang voor hebben gezorgd dat mijn lichaam op slot zat.

Vaginisme, heet dat met een mooi woord. De werkelijkheid is lelijker. Hete adem op een meisjesbuik. Sterke jongen die meisjesbenen uit elkaar duwt. Sterke jongen die op een meisje gaat liggen en dingen doet die ze niet wil. Sterke jongen die een meisjeslijf verplettert en alle onschuld erin verbrijzelt.

Max Pam zou vast zeggen dat ze niet zijn gebeurd, die keren. En laten we daar vooral naar luisteren. Want Max Pam weet er alles van, van seksueel misbruik.

1 Comment

Leave a comment