
Als klein meisje las ik stiekem boeketromans. Ik las ze in bed, als mijn ouders dachten dat ik lag te slapen, onder de dekens met een bedlampje. Ik weet eigenlijk niet waarom ik ze stiekem las. Ik had ze niet zelf gekocht, ik moet ze ergens van een plank of nachtkastje hebben gepakt, dus er was ten minste een iemand in huis die ze ook las. Ervan uitgaande dat dat een vrouw was, oud genoeg bovendien om zelf boeken te kopen, moet dat mijn moeder zijn geweest.
Zeker weten doe ik dat niet, want ik heb haar nooit met een boeketroman opgekruld op haar fauteuil gezien. Wel met veel andere boeken – liefst Frans, liefst iets met een prix littéraire, liefst met een omslag dat in niets leek op de covers van de boeketromannetjes onder mijn bed. De omslagen van de boeken die mijn moeder las, waren lichtgeel of wit en er stonden alleen letters op. Zo min mogelijk. Mijn moeder was een intellectueel, of wilde zo gezien worden. Hoe dan ook niet als vrouw. Ze droeg bergschoenen onder jeans. Wijde truien. Seksloze kleren. Ze deed niet aan sport, lakte haar nagels niet, ging niet naar de schoonheidsspecialist, en haalde haar neus op voor de vrouwen in het dorp die dat zichtbaar wel deden. Ook voor mij trouwens, want ik was eindeloos gefascineerd door die vrouwen. Door hun hakken, hun parfum, hun make-up, hun zijden blouses.
Zij waren als de vrouwen in mijn boeketromannetjes. Vrouwelijk. Elegant. Ze hadden vast seks. Niet met hun brave echtgenoot, niet meer. Vroeg of laat zwichtten ze voor seks met de breedgeschouderde tuinman die hun zijden blouses van het frêle lijf scheurde, de robuuste houthakker van buiten het dorp, de stoere loodgieter die in het holst van de nacht de gesprongen leiding kwam repareren als de brave echtgenoot op zakenreis was. Althans, zo ging het in mijn boekjes. Altijd als ik bij die passages was, kreeg ik een warm gevoel tussen mijn benen dat ik niet kende. Het was een fijn gevoel, mijn vingers wilden ernaartoe, maar ik knipte het bedlampje uit en bleef zo roerloos mogelijk liggen tot het wegebde. Mijn moeder zou er vast haar neus voor ophalen.
Ze zei altijd dat ik niet op straat mocht hangen. Straatslijpen, noemde ze dat, en dat was iets voor ordinaire meisjes. Haar toon duldde geen tegenspraak, maar ik vroeg me stilletjes af wat ordinair dan was. Dat de vrouwen op mijn broers kamer ordinair waren, dat snapte ik wel. Van plafond tot plint waren zijn muren beplakt met foto’s van vrouwen. Ze waren blond, brunette, rond, spichtig, getint, blank, en zonder uitzondering naakt. Spiernaakt. Dat deerde ze niets. Ze keken recht de camera in met getuite lippen en hadden hun benen gespreid. Ik keek zo hun poes in, en vroeg me altijd af hoe mijn broer zijn huiswerk kon maken onder al die willige poezen.
Maar wat kon er ordinair aan zijn als ik in de bosjes ging spelen met Joop, gekke, ernstige Joop uit mijn klas die Smurfen speelde en mij altijd Smurfin liet zijn? Of als ik ging kijken bij pastoor Gilliët, die fantastische houtsnijwerken maakte waar hij zijn tuin achter de kerk mee vol zette?
En nu we het er toch over hebben, wat was er ordinair aan gaatjes in mijn oren? Die mocht ik onder geen beding van mijn moeder. Zoals ik ook mijn benen niet mocht scheren, en ze me ijdel noemde als ik mijn nagels lakte of wenkbrauwen probeerde te epileren. Liefst had ze me ook verboden om jurkjes en rokjes te dragen, en ze had steevast commentaar op mijn bikinibroekjes. Ze vond ze altijd te klein, en dan nam ze me terug naar de winkel om er een te kiezen die mijn billen helemaal bedekte.
Pas nu, nu ik bijna veertig ben en zelf moeder van een dochter, begin ik het te begrijpen. Mijn moeder wilde niet dat ik sexy was. Om welke reden dan ook. En ik gehoorzaamde. Ik was gereserveerd naar jongens, leerde mijn eigen lichaam negeren en zelfs haten, vooral toen het borsten kreeg en billen en jongens ineens hakkelend zeiden dat ze me mooi vonden. Mooi is niets, zei mijn moeder. En dat was precies wat ik probeerde te zijn: niets. Niets waarvoor mijn moeder haar neus kon ophalen.
Dat werd op een gegeven moment wel verwarrend. Toen ik een jaar of dertien was, werd ik hevig verliefd op C. En later op R, op F, weer op R en toen op J. En natuurlijk wilde ik niet dat zij me niets vonden. Ik wilde dat ze net zo veel van mij hielden als ik van hen. Dat ze verkering met me wilden en later, als we gingen studeren, we volwassen gingen samenwonen en mijn leven eindelijk kon beginnen. Dus als ze me zoenden, dan liet ik ze begaan. Als ze hun piemel te voorschijn haalden en mijn vingers erom sloten, dan sjorde ik wat. Als ze mijn hoofd naar beneden duwden, dan stopte ik hun piemel in mijn mond en deed ik iets waarvan ik dacht dat dat de bedoeling was. Wist ik veel. Ik wist niet eens hoe mijn eigen lichaam werkte, laat staan dat van hen. Ik herinner me zelfs een gênant moment ergens in een greppel waar R zijn vingers in me stopte en ze er lachend weer uit haalde. Eh, zei hij, daar zit een tampon. Ik wist niet eens dat zijn vingers en mijn tampon in hetzelfde gaatje gingen.
Mijn eerste keer was met M. Ik was zestien, hij achttien en een bekakte Engelse geneeskundestudent die ik had leren kennen in Saint-Tropez waar ik met mijn ouders op vakantie was. Het was akelig, het duurde een eeuwigheid, hij had veel lijm gesnoven en ik geen idee wat ik aan het doen was. Het deed pijn, ik was te nauw, of hij te stevig geschapen, hoe dan ook lukte het niet en ik was net zo gegeneerd als bang. Ik liet me door hem in allerlei rare poses duwen, en weet tot op de dag van vandaag niet of hij nou klaarkwam of niet. Ik weet niet eens meer of hij een condoom om had. Toen hij me even later afzette op de camping, zei ik: laten we elkaar schrijven. Yeah, zei hij. Ik schreef in mijn dagboek: ‘Lieve Anne, het is gebeurd, ik heb seks gehad – het was fantastisch.’
Pas een jaar later vertelde ik het aan mijn moeder. We zaten aan de keukentafel en ik weet niet meer waarom, maar ik was opeens eerlijk over die eerste keer. Het was helemaal niet fijn, mama, zei ik. Ik voelde me gedwongen tot iets waarvan ik niet eens wist wat het was, laat staan dat ik wist of ik het wilde of niet. Ik zie nog hoe ze me eerst zwijgend aankeek, en toen opstond. ‘Ik wist dit al,’ zei ze voor ze de keuken uit liep.
Dit stuk is een fragment uit Het seksleven van de Nederlandse vrouw, mijn boek over vrouwen en seks dat volgend voorjaar zal verschijnen bij Lebowski